Als je vader minister is

Posted on Posted in In de pers, Viceminister-president en Vlaams minister 2016 - 2018


Het Laatste Nieuws – Nina | Als minister staan Geert Bourgeois, Bart Tommelein en Koen Geens vaak in de vuurlinie. Hun agenda’s zitten propvol en ze proberen goed te doen voor alle Vlamingen en Belgen. Maar hun allerbelangrijkste taak ligt toch op het thuisfront. Daar zijn ze papa, de mooiste ‘job’ van hun leven. En dat doen ze prima, zeggen hun kinderen die met veel liefde spreken over hun vader. Speciaal voor Vaderdag willen ze dat nog eens extra in de verf zetten.

VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

Bart Tommelein (54)

Heeft vijf kinderen: Liesbeth (28), Astrid (26) en Justien (21) uit zijn eerste huwelijk en Camille (9) en Arthur (4) bij zijn huidige vrouw Sarah

“Ik was 25 jaar, toen ik voor het eerst papa werd. In die tijd was dat normaal, maar eigenlijk vind ik dat nu wat te jong. Je kan er meer van genieten als je al wat ouder bent. Dan relativeer je makkelijker. Als jonge papa was ik nogal zenuwachtig. Liesbeth is mijn eerste kind en alles wat de eerste keer is, is speciaal. Maar voor de oudste ben je het strengst. Al heb ik ook heel veel steun aan haar op momenten dat het eens wat moeilijker gaat. Ik heb altijd geprobeerd om mijn steentje bij te dragen in het gezin door ook pampers te verversen en ’s nachts op te staan. Al moet ik eerlijk toegeven dat dat vandaag iets moeilijker ligt. Hoe jonger je bent, hoe meer je aankan. Een jonge papa heeft minder slaap nodig.”

“Als mijn kinderen aan iets begonnen, dan moesten ze het ook afmaken, daar stond ik op. En liefst wilde ik dat ze een ploegsport deden. Liesbeth volleybalde bijvoorbeeld. Ik vond dat ze moesten beseffen dat je alleen niets bent. Voor mij is dat een belangrijke waarde. Dat wilde ook zeggen dat we op een bepaald moment niet meer samen op weekend konden, omdat ze dan match had. En ik wilde niet dat ze de ploeg liet stikken om met haar papa op reis te gaan.”

“Uiteindelijk gaan ze natuurlijk hun eigen weg. Als ouder zet je kinderen op de wereld, je voedt ze op en geeft ze alle kansen, maar dan moeten ze uitvliegen. Zo gebeurde het ook toen Liesbeths eerste vriendje bij ons thuis kwam, nu trouwens haar man. Dat was een speciale, een surferboy zonder schoenen en met dreadlocks. Gelukkig kende ik zijn ouders, anders was ik misschien toch wat voorzichtiger geweest. Op zo’n moment besefte ik dat ik mijn dochter moest delen. Als ze volwassen worden, moet je ze de ruimte geven om te experimenteren, ook op seksueel vlak. Ik heb altijd toegelaten dat ze bij elkaar bleven slapen. En dan moet je ze wat begeleiden, hé. Wij konden daar vrijuit over praten. Tussen ons waren er geen taboes.”

“In mijn vriendenkring begint dat, kleinkinderen krijgen. Ik zou graag opa worden, maar ga haar zeker niet onder druk zetten. Ik heb vijf kinderen. Dus de kans dat ik kleinkinderen krijg, is vrij groot. Ik zal dus nooit eenzaam en verlaten op de wereld zitten.”

Advocate Liesbeth Tommelein (28) over haar vader

“Van kleins af was ik een papa’s kindje. In de week was hij drukbezet, maar in het weekend was hij een familieman. Op zaterdag werkte mama, dus bracht papa ons naar het turnen. Daarna deden we boodschappen en maakten we allemaal samen spaghetti. Nu is zondagavond onze vaste afspraak. Hoe druk papa het ook heeft, die zondagavond is heilig. Dan komen we met alle kinderen samen. Hij geniet daarvan, dat brengt hem tot rust.”

“Als kind mochten we niet veel. Geen cola op tafel. Geen televisie in de week. Hij was heel gezinsgericht, maar heel strikt. Dat was in samenspraak met mama. Op mijn zestiende zijn mijn ouders uit elkaar gegaan. Eigenlijk heb ik daar weinig last van ondervonden. Als tiener ga je wel eens door een moeilijke periode, maar wat wel goed was, is dat papa ons als zijn gelijke beschouwde. Alles was bespreekbaar. Ik heb nooit moeten rebelleren. Hij was zeer toegankelijk en we konden hem altijd bellen. Op mijn zestiende was ik in Turkije met een vriendin en haar ouders. Ik moest geopereerd worden aan mijn appendix. Wel, een paar uur later stond papa in Turkije. Of toen ik eens heel ziek werd op kot, sprong hij ’s nachts in zijn auto om me te komen halen in Gent. Ik weet dat ik altijd op hem kan rekenen.”

“Ik ben wel nuchterder dan papa. Hij kan heel erg enthousiast in iets opgaan, ik zal dat dan eerder temperen. Toen hij minister werd, had ik wel wat schrik dat hij zichzelf zou voorbij lopen. En ook voor zijn gezondheid. Het laatste jaar heeft hij wel wat problemen gehad, onder andere met die gezichtsverlamming. En het zijn toch korte nachten en lange dagen. Maar het was ook zijn grote droom, dus ik gun het hem wel. Hij heeft er hard voor gewerkt. Ik zeg hem wel om op zijn gezondheid te letten, maar hij is een bon vivant.”

“Vele mensen spreken me erover aan dat papa nu minister is, maar voor mij heeft dat totaal niets veranderd. Wij zijn allemaal wel trots op hem, maar we staan er niet bij stil. Misschien minimaliseren we dat zelfs een beetje te veel. Voor ons blijft hij gewoon onze papa. En als mensen gemene dingen over hem zeggen, vind ik dat echt verschrikkelijk. Ik heb zelf niet genoeg dik vel om in de politiek te gaan. Hij gaat daar gelukkig wel goed mee om.”

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.