Stad Oostende start met proefproject in de strijd tegen gezinsarmoede

Posted on Posted in Algemene Coördinatie Armoedebestrijding, Oostende - De Stad aan Zee

In Oostende leven tussen de 11.700 en 16.000 mensen in armoede, wat boven het Vlaams gemiddelde zit. Ook het aandeel gezinnen met kinderen in armoede is hoger dan in de meeste Vlaamse steden en gemeenten. Met een ambitieus armoedebestrijdingsplan zet het stadsbestuur sinds de start van deze legislatuur hard in op de aanpak van de problematiek. Met steun van de federale overheid kan Stad Oostende nu ook een proeftuin opstarten rond gezinsarmoede. Dankzij een subsidie van 636.000 euro wordt het komende jaar een systeem opgezet van maandelijks aanvullende financiële steun (MAFS) voor gezinnen in armoede met heel jonge kinderen.

Oostende voortrekker in armoedebestrijding
Stad Oostende maakte van armoedebestrijding een topprioriteit. Daarom startte het stadsbestuur in 2019 met de uitrol van een armoedebestrijdingsplan, waarbij het terugdringen van de armoede in Oostende als hoofddoelstelling voorop werd gesteld. In dat kader startte Stad Oostende in 2020 met de uitrol van het systeem van de referentiebudgetten en een REMI-tool (Referentiebudgetten voor een Menswaardig Inkomen) die dit mogelijk maakt. Hiermee kan voor elke persoon of gezin worden vastgesteld wat hun behoeftes zijn voor een menswaardig bestaan en kunnen we dus makkelijker inschatten welke uitgaven vermeden kunnen worden of welke steun mensen nodig hebben om te kunnen deelnemen aan de samenleving.

Federale steun
Nu besliste de federale regering om de REMI-tool voor elk OCMW beschikbaar te stellen en de OCMW’s hierin te ondersteunen. In dat kader krijgt Stad Oostende voor het komende jaar 636.000 euro subsidie toegekend om de uitrol van REMI te faciliteren. Schepen van Welzijn Natacha Waldmann: “Oostende is voortrekker in armoedebestrijding, net omdat de nood bij ons zo hoog is. We hebben dan ook al heel wat stappen gezet, zoals proactief de REMI-tool introduceren en de referentiebudgetten gebruiken als benchmark. Omdat die basis er al is, kunnen we nu opnieuw een stap verder gaan dan de meeste steden en een proeftuin uitzetten rond het bestrijden van gezinsarmoede met referentiebudgetten. Dat zal ons in staat stellen om de impact te meten van een hoger inkomen op de globale armoedesituatie van een gezin.” Dit systeem van maandelijks aanvullende financiële steun (MAFS) is er voor gezinnen met een inkomen onder de armoedegrens en minstens 1 kind jonger dan 3 jaar.

Sterk netwerk
Armoede is namelijk meer dan een tekort aan geld. Een te laag inkomen is slechts één van de factoren die bijdragen tot gezinsarmoede. Ook het gebrek aan (stabiele) tewerkstelling, een slechte woning, onvoldoende scholing of een slechte gezondheid zijn elementen die de situatie van een gezin enorm kunnen beïnvloeden. Door de proeftuin ‘MAFS’ op te starten zal de dienst Welzijn de impact kunnen meten van het wegnemen van één factor, namelijk een laag inkomen. Doel is om zo de andere levensdomeinen zuurstof te geven en op die manier ook stappen te zetten in de richting van een definitieve omslag uit armoede. Door het inkomen op peil te brengen, zal de begeleiding vanuit het OCMW de focus kunnen leggen op opleiding, tewerkstelling, kinderopvang, huisvesting en toereikende gezondheidszorg. Oostende zal dit vanuit de eigen dienst doen maar ook vanuit een sterk netwerk aan welzijnspartners dat samenwerkt om gezinsarmoede aan te pakken, vertrekkende vanuit het Netwerk Lokaal gezinsondersteunend beleid.

MAFS
Gezinnen die in aanmerking komen zullen eerst worden gescreend met de REMI-tool. Burgemeester Bart Tommelein: “Op basis van de screening is een toekenning van maandelijks aanvullende steun (MAFS) mogelijk, voor maximaal één jaar. Elke toekenning is gekoppeld aan wederzijdse afspraken rond een activeringstraject van de ouders. Zo willen we hen zo snel mogelijk inschakelen in een duurzame tewerkstelling.” Daarnaast worden alle andere levensdomeinen die een impact hebben op het welzijn van de kinderen geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd; bijvoorbeeld ook de vrijetijdsbesteding van de kinderen, onderwijs en huisvesting van het gezin.

“Zo willen we de armoedecirkel doorbreken en een stop zetten op generatiearmoede. Kinderen die in een kansarm gezin geboren worden moeten net als elk ander kind maximale kansen krijgen op alle levensdomeinen en zo weinig mogelijk impact ondervinden van het lage inkomen van hun ouders. Deze proeftuin is weliswaar tijdelijk, maar wel een belangrijke leerkans in de strijd tegen armoede.” aldus nog schepen Waldmann. Het project zal na afloop worden geëvalueerd op impact in de individuele gezinnen, en zo voeding geven voor het verder uittekenen van het beleid rond armoedebestrijding.