O.666 wordt nieuwe circulaire hub met steun van OVAM en Stad Oostende

Posted on Posted in Economie, Oostende - De Stad aan Zee, Participatie, Samenleven

Op de locatie van de voormalige North Sea Bunkers aan de Hendrik Baelskaai 27, wordt vanaf 26 juni de circulaire hub O.666 geopend. Dé plaats waar Oostendenaars ondergedompeld worden in creatieve ateliers en in het circulair denken. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), Stad Oostende en O.666 sluiten een overeenkomst om dit unieke project een succesvolle toekomst te bieden.

Het terrein van de voormalige Nort Sea Bunkers aan de Hendrik Baelskaai 27 was dermate verontreinigd dat er geen partijen geïnteresseerd waren om de sanering en de herontwikkeling op zich te nemen. Dergelijke terreinen worden zogenaamde ‘blackfields’ genoemd.

Blackfield aan de Baelskaai nieuw leven inblazen

Om de site toch een duurzame toekomst te geven, verwierf de OVAM het pand voor een symbolische euro in 2013.

“Tijdens de bodemsaneringswerken werd de OVAM aangesproken door een groep vzw’s die hun oog op de site hadden laten vallen voor allerhande activiteiten. De bodem onder het pand moest niet gesaneerd worden, maar het dak was wel aan herstelling toe. We lieten het dak herstellen op voorwaarde dat de activiteiten van de vzw’s in het teken zouden staan van de circulaire economie. We willen met de OVAM op dergelijke blackfields namelijk maximaal inzetten op duurzaam ruimtegebruik en circulaire economie. Zo creëren we lokale hefbomen”, verduidelijkt Danny Wille, adjunct-directeur-generaal van de OVAM.

O.666: een plaats voor circulaire creativiteit en samenwerking

In 2017 verenigden de vzw’s zich tot O.666. Een naam met een knipoog naar de visserijgeschiedenis. Momenteel bestaat O.666 uit meerdere vzw’s die een link hebben met Oostende.

Stad Oostende maakte in haar meerjarenplan bijkomende middelen vrij voor de ondersteuning van O.666. De Stad investeerde mee in de professionalisering van de werking en de aanstelling van een algemene en circulaire coördinator. Ook het Economisch Huis Oostende biedt ondersteuning om de atelierwerking van O.666 te ondersteunen. Met die steun kan O.666 zijn atelierwerking verder uitbouwen en samenwerkingen tot stand brengen met scholen, partners en bedrijven binnen de Stad. Er is ook ruimte voor de coaching van jonge makers, het geven van advies omtrent circulaire cases en het opzetten van toegankelijke trajecten rond circulaire economie binnen Stad Oostende.

“Oosteroever wordt dé klimaatwijk bij uitstek door o.a. de toekomstige aansluiting van de woontorens op het warmtenet, de aanwezigheid van de City River en de duinvorming op het strand. Een circulaire hub als O.666 past perfect in het plaatje. O.666 kan door zijn ligging een mooie rol spelen in het verbinden van woon-en bedrijfsactiviteiten”, legt schepen van Mens & Milieu Silke Beirens uit.

Burgemeester Bart Tommelein: “We dragen de verantwoordelijkheid tegenover toekomstige generaties om oplossingen te zoeken voor uitdagingen zoals milieuvervuiling en overconsumptie. Deze proeftuin voor circulaire economie verenigt Oostendenaars die samen op zoek gaan naar die creatieve oplossingen. Met een project als O.666 creëren we tegelijkertijd kansen voor mensen én perspectieven waar de hele samenleving baat bij heeft. Als stad investeren we daar graag in mee.”

Vijf deelateliers

De ateliers van O.666 zijn ondertussen gebruiksklaar. Het pand bestaat uit vijf deelateliers: Atelier Food (uitgeruste keuken), Atelier Hard (Hout-, metaal- en kunststofbewerking), Atelier Tuin (‘samentuin’ van en voor de wijk), Atelier Soft (ontwerplabo, textiel-, keramiek- en grafiekatelier) en Atelier Muziek (opnamestudio).

“Jongeren werken samen in de verschillende ateliers aan een ondernemingsidee, maar ook aan soft skills. Dit kadert binnen de tewerkstellingsprojecten om bij jongeren ondernemingszin aan te wakkeren en zo ook schooluitval tegen te gaan. Vanuit Arktos zal er een deeltijdse jongerencoördinator ingezet worden om de jongeren te kunnen begeleiden en ondersteunen. Die personeelsmiddelen komen vanuit het Europese SPEED-You-UP-project. Na afloop van de ateliers wordt gekeken om er ook verder nog met jongeren aan de slag te gaan richting duurzaam werk of een extra opleiding”, zegt Schepen voor Ondernemen Charlotte Verkeyn.

SeaSlate als eerste circulair project O.666

Binnen O.666 werd ook al een eerste circulair project opgestart, rond het thema zwerfvuil, een groeiend probleem in alle kuststeden. O.666, VIVES Hogeschool, Proper Strand Lopers en tussengoed architecten sloegen de handen in elkaar om die problematiek om te zetten in een sociaal ondernemingstraject: SeaSlate. ‘Sea’ verwijst naar de herkomst van de gebruikte grondstof: plastic afval verzameld in en rond de kust van de Noordzee. ‘Slate’ verwijst naar het Engelse woord voor leisteen en geeft het eindproduct aan: tegels voor gevelbekleding.

Proper Strand Lopers heeft de expertise in het ruimen van zwerfvuil rond de kust van de Noordzee. Daarmee gingen de studenten van de opleiding Ontwerp- en productietechnologie van hogeschool VIVES aan de slag. Ze bouwden een machine op maat om leistenen uit gerecycleerd plastic te produceren.

Het geruimde zwerfvuil werd ondertussen bijgehouden in een databank. Elke ontwikkelde ‘SeaSlate’ krijgt zo een uniek DNA waar de afkomst van de grondstof in gebakken staat. Tussengoed bestemt de voorgevel van O.666 als testcase voor dit prototype. De omgevingsvergunning om de volledige gevel te bekleden, is nog lopende. Tijdens het openingsweekend van de circulaire hub O.666 op 26 juni kunnen de buurtbewoners alvast één vierkante meter ‘Seaslate’ bewonderen aan de gevel.

Verbinding tussen generaties en doelgroepen

Michiel De Baets, algemeen coördinator van O.666: “O.666 moet de plek zijn waar Oostendenaars op toegankelijke wijze worden ondergedompeld in de thematiek van circulaire economie. Hierbij willen we verbindingen leggen tussen verschillende generaties en doelgroepen. Alsook tussen verschillende soorten expertise. Door de domeinen onderwijs, vrije tijd/woonomgeving, cultuur, welzijn en arbeid met elkaar te verbinden, werken we aan een integrale, stadsbrede aanpak.”